In ‘t rood
Niet lang nadat hij was ontgroend
drong ‘t heel langzaam tot ‘m door
en had hij zich ermee verzoend:
Ooit komt iemand mij op ‘t spoor
Zijn levenslust leek eindeloos
Hij werd in elk recept genoemd
Een populaire ‘bollebloos’
Hij was tomateloos beroemd
En al die tijd hield hij zich groot
Hij zat er zogenaamd niet mee
maar dook steeds dieper in ‘t rood
en zit nu flink in de puree