Steeg
Lijnen vol met wuivend wasgoed
rijgen de huizen aaneen
En geen venster dat niet meedoet
Iedereen spreekt iedereen
Met “Zeg, moet je nou eens horen”
bekogelen ze elkaar
Als opium voor de oren
Net nog iets mooier dan waar
Nieuwtjes die verhalen weven
Smeuïg, recht door zee en luid
Deze steeg bruist van het leven
totdat men de luiken sluit