Stad aan het water
Zij daar op de eerste rij
zaten er heel warmpjes bij
Huizen die zich ooit verdrongen
om de zee, zo vaak bezongen
Tot de stad, vroeger of later,
het gaat voelen aan haar water
Dat deze zee, zo zoutjes aan,
haar tot de lippen komt te staan
Zolang de zee nog rustig kabbelt
klotsend met de kade babbelt
vertrouwt de hele eerste rij
nog op een tijdig kerend tij