Verjaarring
Ik lijk ontzettend afgezaagd
en van ‘t houterige soort
Toch ben ik kleurrijk en gelaagd
Soms heel luidruchtig, ongehoord
Zo ben ik een afstammeling
waar niemand ‘t op heeft gemunt
Juist doordat ik mijzelf omring
ben ik ‘t stralend middelpunt
Ik ben misschien een doorsneeboom
maar wel één die zo nu en dan
lucht durft te geven aan zijn droom:
te vieren wat hij vieren kan