De vlag
Ik heb me tot driekleur versimpeld
Alle franje weggewimpeld
Heb ’t aan de stok, maar dapper
houd ik stand, met trotse wapper
Wind, die beukt mij vol met deuken
Zonder onderbreken
Gek, ik voel de meeste kreuken
als ik ben gestreken
Mijn luchtgevecht heeft wel een plan
waarin geen van ons wint
Ik weet dat ik niet anders kan
dan leven van de wind