Dè Druppel
Aan een goedzak van een stengel,
een naar niets vissende hengel,
hebben zij zich vastgeklampt
Hoopvol, want nog niet verdampt
En dat alles voor die ene
vol in bloei staande, serene
bloem die hen daar wel ziet hangen,
maar niet bol staat van verlangen
Maar elke glazen bol verraadt
waar ‘t ‘m eigenlijk om gaat
Dat zij jou ziet en, ‘in the end’,
dat jij nou net dè druppel bent