Portret
Heel fragiel en zo onschuldig
Net ontkomen aan z’n ei
Lijkt zo op ’t oog geduldig
Is er als de kippen bij
Piepklein en kuikelig zacht
Teer en aaibaar tot en met
Totdat hij met alle kracht
z’n snavel in mijn vinger zet
Ik ben groot en hij is klein
Toch, de toon is wel gezet
Dit keer verbijt ik de pijn
Kuiken: ’t is me een portret