Uiltje
Zeg, nu even zonder dollen
Uit welk nest kom jij net rollen?
Ben jij weer zo’n ‘mensentyp’;
slecht geveerd, niet meer zo piep?
‘k Weet niet wat jouw soort mankeert
Allen die vóór jou hier waren
hebben mij, ongegeneerd,
minuten lang aan staan staren
Wanneer, zoals jij vandaag,
er één voor mij op komt duiken
stel ik mij oprecht de vraag:
Wie is hier nu ‘t uilskuiken?!