Oogappel
Ik hang niet meer waar ik net hing
maar viel niet heel ver van de boom
Ik weet, ik ben een lekker ding
en dan houd ik me nog in toom
Ik heb zo ontzettend veel pit
dat ik er net ben afgewaaid
Maar de laatste die daarmee zit
ben ik, de beauty met een bite
Ik ben, wat je noemt, ‘je van het’;
oogappel van de lente
waar jij graag je tanden in zet
Voor jou ben ik ‘al dente’